3.3. Benodigde informatie

3.3.1. Documentatie

3.3.1.1. Installatiehandleiding

Het bestand dat u nu aan het lezen bent, als gewoon ASCII tekstbestand of in HTML- of PDF-formaat.

3.3.1.2. FAQs

De FAQ (verzameling veel gestelde vragen) voor Intel x86 . Bevat vaak bruikbare informatie over de configuratie of het gebruik van uw hardware.

3.3.1.3. Handleidingpagina's voor het schijfindelingsprogramma

De handleidingpagina's (man pages) voor de software die tijdens het installatieproces wordt gebruikt voor de indeling van de harde schijf.

FIXME: do we have a manual for grub?

3.3.1.4. MD5 controletotalen

Overzicht van MD5 controletotalen (checksums) voor de binaire bestanden. Als u beschikt over het programma md5sum, kunt u zich ervan verzekeren dat uw bestanden niet gecorrumpeerd zijn door de opdracht md5sum -v -c md5sum.txt te geven.

3.3.2. Bronnen voor informatie over apparatuur

Informatie over apparatuur kan worden verzameld op basis van:

  • De handleidingen die bij uw hardware behoren.

  • De configurartieschermen voor het BIOS van uw computer. U kunt deze schermen bekijken door bepaalde toetsen in te drukken tijdens het opstarten van uw computer. Welke toets(en) u moet indrukken vindt u in uw handleiding. Vaak is dit de Delete toets of één van de functietoetsen.

  • De verpakkingen van uw hardware.

  • Het Systeem-venster in het Configuratiescherm (Control Panel) van Windows.

  • Systeemopdrachten of hulpprogramma's in andere besturingssystemen, waaronder programma's voor bestandsbeheer. Deze bron is met name geschikt om informatie over het interne geheugen en harde schijf capaciteit te verkrijgen.

  • Uw systeembeheerder of Internetprovider (ISP). Deze bronnen kunnen u vertellen welke instellingen u nodig heeft voor de configuratie van uw netwerk en e-mail.

Tabel 3.1. Voor een installatie benodigde informatie over hardware

Hardware Mogelijk benodigde informatie
Harde schijven Hoeveel heeft u er.
Hun volgorde in het systeem.
Zijn ze IDE of SCSI (de meeste computers hebben IDE).
Beschikbare vrije ruimte.
Partities.
Op welke partities andere besturingssystemen geïnstalleerd zijn.
Beeldscherm Model en fabrikant.
Ondersteunde resoluties.
Horizontale frequentie.
Verticale frequentie.
Ondersteunde kleurdieptes (aantal kleuren).
Grootte van het scherm.
Muis Type: serieel, PS of USB.
Poort.
Fabrikant.
Aantal knoppen.
Netwerk Model en fabrikant.
Type van de adapter.
Printer Model en fabrikant.
Ondersteunde afdrukresolities.
Videokaart Model en fabrikant.
Beschikbaar videogeheugen.
Ondersteunde resoluties en kleurdieptes (deze dient u te controleren ten opzichte van de mogelijkheden van uw beeldscherm).

3.3.3. Hardware compatibiliteit

Veel merkproducten werken zonder problemen onder Linux. Sterker nog, de ondersteuning van apparatuur binnen Linux verbetert met de dag. Toch ondersteunt Linux nog niet dezelfde variëteit aan apparatuur als sommige andere besturingssystemen.

In het bijzonder kan Linux geen hardware aansturen die vereist dat een versie van Microsoft Windows actief is.

Hoewel het mogelijk is om sommige Windows-specifieke apparatuur onder Linux aan de praat te krijgen, vereist dit vaak extra inspanning. Daarnaast horen de stuurprogramma's voor Windows-specifieke apparatuur vaak bij één bepaalde versie van de Linux kernel waardoor ze snel verouderd kunnen raken.

De meest voorkomende apparatuur van dit type zijn de zogenaamde win-modems. Maar ook printers en andere apparatuur kunnen Windows-specifiek zijn.

U kunt de compabibiliteit van apparatuur vaststellen door:

  • De websites van fabrikanten te raadplegen voor nieuwe stuurprogramma's.

  • Op websites of in handleidingen te zoeken naar informatie over emulatie. Minder bekende merken kunnen soms gebruik maken van de stuurprogramma's of instellingen van merkapparatuur.

  • De overzichten van hardware compatibiliteit voor Linux te raadplegen op websites gericht op uw platform.

  • Op het Internet te zoeken naar de ervaringen van andere gebruikers.

3.3.4. Netwerkinstellingen

Als uw computer 24 uur per dag is aangesloten op een netwerk (dus een Ethernet- of vergelijkbare verbinding — niet een PPP-verbinding) kunt u deze informatie opvragen bij uw netwerkbeheerder.

  • Uw computernaam (mogelijk mag u die zelf bepalen).

  • De domeinnaam van uw netwerk.

  • Het IP-adres van uw computer.

  • Het voor uw netwerk te gebruiken netwerkmasker.

  • Het IP-adres van het systeem (de 'gateway') waarlangs u toegang kunt krijgen tot andere netwerken, waaronder het Internet (uiteraard alleen als uw netwerk over een dergelijke gateway beschikt).

  • Het systeem op uw netwerk dat u als DNS-server (Domain Name Service) kunt gebruiken.

Als uw netwerkbeheerder echter aangeeft dat er een DHCP-server beschikbaar is en dat het gebruik daarvan de voorkeur verdient, dan heeft u deze informatie niet nodig omdat de DHCP-server die tijdens het installatieproces automatisch beschikbaar zal stellen.

Als u gebruik maakt van een draadloos netwerk, zou u ook moeten uitzoeken:

  • ESSID van uw draadloze netwerk.

  • WEP-beveiligingssleutel (indien van toepassing).