3.5. Uw harde schijf vooraf indelen voor een multi-boot systeem

Met 'het indelen van uw harde schijf' wordt bedoeld het verdelen van de totale capaciteit van uw schijf in parten. Elk part is vervolgens onafhankelijk van de andere. Het is enigszins vergelijkbaar met het bouwen van muren in een huis; als u daarna meubelen in één kamer plaatst, heeft dit geen invloed op de andere kamers.

Als er al een besturingssysteem op uw systeem aanwezig is (Tru64 (Digital UNIX), OpenVMS, Windows NT, FreeBSD, …) en u wilt Linux op dezelfde harde schijf installeren, dan zult u de schijf moeten herindelen. Debian vereist eigen partities op de harde schijf. Het kan niet worden geïnstalleerd op Windows- of MacOS-partities. Sommige partities zouden kunnen worden gedeeld met andere Linux systemen, maar dit valt buiten de scope van deze handleiding. U zult tenminste een afzonderlijke partitie nodig hebben voor het root-bestandssysteem van Debian.

U kunt informatie over uw huidige partitie-indeling vinden door gebruik te maken van een schijfindelingsprogramma voor uw huidige besturingssysteem . Schijfindelingsprogramma's beschikken altijd over een functie om bestaande partities te tonen zonder wijzigingen aan te brengen.

Algemeen geldt dat het wijzigen van een partititie waarop reeds een bestandssysteem aanwezig is, de daarop aanwezige informatie zal vernietigen. Het is daarom raadzaam om altijd reservekopieën te maken voordat u een schijf gaat herindelen. Als we nogmaals de analogie van het huis gebruiken: waarschijnlijk zou u eerst alle meubelen opzij zetten voordat u een muur uitbreekt om het risico dat meubelen worden beschadigd uit te sluiten.

Als uw computer over meer dan één harde schijf beschikt, zou u één daarvan volledig kunnen reserveren voor Debian. Als dat het geval is, hoeft u deze harde schijf niet in te delen voordat u het installatiesysteem opstart; het schijfindelingsprogramma van het installatiesysteem kan dit zonder problemen verzorgen.

Als uw machine over slechts één harde schijf beschikt en u het bestaande besturingssysteem volledig wilt vervangen door Debian GNU/Linux, kunt u eveneens het indelen van de schijf uitstellen tot tijdens de installatieprocedure (Paragraaf 6.3.2.1, “Partitioning Your Disks”), dus nadat u de computer heeft opgestart met het installatiesysteem. Dit kan echter alleen als u van plan bent om het installatiesysteem op te starten vanaf magneetband, CD of vanaf een andere met uw computer verbonden machine. Bedenk het volgende: als u de computer opstart met behulp van bestanden op de harde schijf en vervolgens deze harde schijf opnieuw indeelt vanuit het installatiesysteem en daarmee de opstartbestanden verwijdert, dan moet u maar hopen dat de installatie in één keer goed gaat. U zou in deze situatie tenminste moeten beschikken over een alternatieve methode om uw machine weer tot leven te wekken, zoals de originele installatietapes of -CDs van het systeem.

Als op uw machine reeds meerdere partities aanwezig zijn en er kan voldoende ruimte worden vrijgemaakt door één of meerdere daarvan te verwijderen en vervangen, dan kunt u eveneens gebruik maken van het schijfindelingsprogramma van het Debian installatiesysteem. U wordt echter aangeraden om toch de informatie hieronder door te lezen omdat er bijzondere omstandigheden kunnen zijn — zoals de volgorde van bestaande partities in de partitie-index — waardoor u alsnog wordt gedwongen om te herindelen vóór de installatie.

In alle andere gevallen zult u, om ruimte te creëren voor Debian-partities, uw harde schijf moeten herindelen voordat u met de installatie begint. Als sommige van de partities bestemd zijn voor andere besturingssystemen, zou u deze moeten creëren met behulp van de eigen schijfindelingsprogrammatuur van die besturingssystemen. Wij adviseren u niet te proberen om partities voor Debian Linux te maken met de programma's van een ander besturingssysteem. Beperkt u zich tot het maken van de partities die u wilt behouden voor het oorspronkelijke besturingssysteem.

Als u meerdere besturingssystemen op dezelfde machine wilt installeren, wordt aangeraden om eerst alle andere systemen te installeren voordat u verder gaat met de installatie van Linux. Windows en andere besturingssystemen kunnen de mogelijkheid om Linux op te starten verstoren, of kunnen u aanmoedigen om 'vreemde' partities opnieuw te fomateren.

Het is mogelijk om dergelijke problemen te herstellen of te voorkomen, maar u bespaart uzelf moeite door het oorspronkelijke besturingssysteem eerst te installeren.

Als u op dit moment beschikt over een harde schijf met één partitie (een gebruikelijke situatie voor desktop systemen) en u wilt kunnen opstarten met zowel het huidige besturingssysteem als met Debian, dan zult u de volgende stappen moeten doorlopen.

  1. Maak een reservekopie van alles op de computer.

  2. Start de computer op met behulp van het installatiemedium (zoals een CD of magneetband) van het oorspronkelijke besturingssysteem.

  3. Gebruik de schijfindelingsprogramma's behorend bij het oorspronkelijke besturingssysteem om partities daarvoor te maken. Maak ten behoeve van Debian GNU/Linux een dummy-partitie of laat ongebruikte ruimte vrij.

  4. Installeer het oorspronkelijke besturingssysteem op haar nieuwe partitie.

  5. Start het oorspronkelijke besturingssysteem opnieuw om te controleren dat alles in orde is en om de opstartbestanden van Debian te downloaden.

  6. Start het Debian installatiesysteem op om te vervolgen met de installatie van Debian.

3.5.1. Partitioning in Tru64 UNIX

Tru64 UNIX, formerly known as Digital UNIX, which is in turn formerly known as OSF/1, uses the partitioning scheme similar to the BSD `disk label', which allows for up to eight partitions per disk drive. The partitions are numbered `1' through to `8' in Linux and ``lettered'' `a' through to `h' in UNIX. Linux kernels 2.2 and higher always correspond `1' to `a', `2' to `b' and so on. For example, rz0e in Tru64 UNIX would most likely be called sda5 in Linux.

Partitions in the disk label may overlap. Moreover, the `c' partition is required to span the entire disk (thus overlapping all other non-empty partitions). Under Linux this makes sda3 identical to sda (sdb3 to sdb, if present, and so on). Apart from satisfying this requirement, you should carefully avoid creating overlapping partitions.

Another conventional requirement is for the `a' partition to start from the beginning of the disk, so that it always includes the boot block with the disk label. If you intend to boot Debian from that disk, you need to size it at least 2MB to fit aboot and perhaps a kernel.

Note that these two partitions are only required for compatibility; you must not put a file system onto them, or you'll destroy data. If you're not going to share the disk with Tru64 Unix or one of the free 4.4BSD-Lite derived operating systems (FreeBSD, OpenBSD, or NetBSD), you can ignore these requirements, and use the partitioning tool from the Debian boot disks. See Paragraaf A.5, “Debian Partitioning Programs” for details.

Disks can be partitioned with the graphical disk configuration tool that is accessible through the Application Manager, or with the command-line disklabel utility. Partition type for the Linux file system should be set to `resrvd8'. This can only be done via disklabel; however, all other configuration can easily be performed with the graphical tool.

It is possible, and indeed quite reasonable, to share a swap partition between UNIX and Linux. In this case it will be needed to do a mkswap on that partition every time the system is rebooted from UNIX into Linux, as UNIX will damage the swap signature. You may want to run mkswap from the Linux start-up scripts before adding swap space with swapon -a.

If you want to mount UNIX partitions under Linux, note that Digital UNIX can use two different file system types, UFS and AdvFS, of which Linux only understands the former.

3.5.2. Partitioning in Windows NT

Windows NT uses the PC-style partition table. If you are manipulating existing FAT or NTFS partitions, it is recommended that you use the native Windows NT tools (or, more conveniently, you can also repartition your disk from the AlphaBIOS setup menu). Otherwise, it is not really necessary to partition from Windows; the Linux partitioning tools will generally do a better job. Note that when you run NT, the Disk Administrator may offer you to write a ``harmless signature'' on non-Windows disks if you have any. Never let it do that, as this signature will destroy the partition information.

If you plan to boot Linux from an ARC/AlphaBIOS/ARCSBIOS console, you will need a (small) FAT partition for MILO. 5 Mb is quite sufficient. If Windows NT is installed, its 6 Mb bootstrap partition can be employed for this purpose.